Header

Yacuiba to Sucre

Entering Bolivia


07/10
Vandaag steken we de grens over naar Bolivië. Maar eerst worden we in het laatste dorp in Argentinië nog tegengehouden. Voor we de grens over kunnen moeten we een gemeentelijke wegentaks van 50 pesos (=12,5 euro) betalen. Waar halen ze het? De dame verzekert ons dat we zonder dat papiertje niet voorbij de douane zullen geraken... Wij zeggen haar dat we eerst eens tot aan de douane zullen gaan en dat we dan wel zullen terugkomen voor dat ticketje. Nadat ze met veel gestes onze nummerplaat genoteerd heeft, laat ze ons toch door. Aan de douane vraagt niemand dit papiertje en we geraken vlot voorbij de immigratie van Argentinië en de douanes van beide landen. Maar dan moeten we de brug oversteken en moeten we nog voorbij de immigratie in Bolivië. Aan de slechte baan kon je al onmiddellijk merken dat we niet meer in Argentinië waren. Net over de brug weer van ’t zelfde: gemeentelijke wegentaks nu van 100 Bolivianos (= 10 euro) ... hihi, niet met ons dachten we. We hadden nog geen Bolivianos, dus wij voorbij die peage om zogezegd te gaan wisselen. Maar 200 meter verder was ne slagboom met een flik die niet om te praten was en die trouwens zelf ook nog corrupt was. Eerst moesten we terug om die 100 Bolivianos te betalen, dan moesten we nog voor iets betalen en dan moest die flik ook nog wat geld. We weigeren natuurlijk, maar net als we van plan zijn om zijn chef te vragen stelt hij zelf voor om naar de chef te gaan. Lap, die zit er dus ook voor iets tussen... Nu ja, na wat gezever hebben wij de prijs naar beneden gekregen en dan ging de slagboom open.
We konden Yacuiba binnenrijden, maar er uit geraken was niet zo simpel want er is totaal niets aangeduid. Na een heel aantal keer vragen lukt het ons en 20 kilometer verder moeten we al onmiddellijk de piste op en de bergen in. We zijn Bolivië binnengegaan in de regio van de ‘highlands’ en waarschijnlijk zulen we deze keer enkel deze regio aandoen. Gelukkig was het een redelijk goeie piste en was er weinig verkeer. En vanavond vieren we voor het eerst feest in den Bumper... de eerste 10 000 km op Zuid-Amerikaanse bodem op de teller gezet! We stoppen bij een eenzaam huisje op een heuvelflank. We vragen aan de bewoners of we voor hun huis mogen staan voor de nacht en dat is geen probleem. Eerst waren ze wat terughoudend, maar een uur later hadden ze 101 vragen voor ons. En alhoewel ze heel erg arm waren, werd er voor ons direct thee gezet en hun avondmaal, droog brood werd met ons gedeeld. We voelden ons toch niet erg goed, met onzen chique vrachtwagen daar. Ook was dit één van de eerste keren waar we echt beseften dat we in een andere wereld terecht gekomen waren. Ze hadden totaal geen idee waar België was, maar ook onze grotere buurlanden kenden ze niet... Europa, nooit van gehoord... Ligt dat dicht bij de US? En  welke grondstoffen we hadden in België? Toen we vertelden dat er eigenlijk geen waren konden ze dat niet geloven, dan moest België eigenlijk wel een arm land zijn, geen olie, gas, zilver, ... Dan waren ze toch beter af in Bolivië... Het enige internationaal nieuws dat tot hier was doorgedrongen was de oorlog in Irak...

08/10
Na een redelijk rustig nachtje trekken we terug de piste op en nemen we de kinderen mee naar school een paar kilometer verder. We werden gewaarschuwd dat de piste een stuk gevaarlijker ging worden: smal, meestal onmogelijk om te kruisen, haarspeldbochten, steil, ... Daarenboven rijden de vrachtwagenschauffeurs hier volledig verdoofd door de coca, hun kaak zit dubbeldik van de coca-blaren die ze daar persen, en gewone auto’s rijden als zotten naar boven en beneden en dit kan zeker gevaarlijk worden in de haarspeldbochten.  Al direct merkten we dat we toch wel heel voorzichtig gingen moeten zijn, bij iedere bocht staan er wel een aantal kruisjes van mensen die het niet gehaald hebben.
Niet alleen was de weg vaak te smal om tegenliggers door te laten, op de top van de bergen was het ook nog eens heel erg mistig, tot een 5-tal meter zichtbaarheid soms. Een paar bergen over, en ook een aantal valleien met een aantal beekjes waar we door moesten, gelukkig heeft den bumper nogal hoge wielekes...Toen moesten we ook nog wegenwerken passeren, wat meestal betekende dat we nog eens naast de pistes ook moeten rijden... Maar toen begon het weer gelukkig op te klaren en werd de piste ook wel wat breder met prachtige uitzichten. In de late namiddag komen we in de erg droge vallei van Tarija (1950 meter) terecht, onze stop voor een aantal dagen. Aan de ingang van het stadje zien reclame voor een Belgisch-Frans restaurant/hotel, een beetje buiten de stad, en we gaan onze kans wagen. Daar toegekomen is het inderdaad een Belg en z’n Franse vrouw die hier een hotel hebben. We kunnen er ons installeren op de parkeerplaats. Ook een frans koppel met hun jeep waren van het zelfde gedacht. Zo maakten we ’s avonds weer wat tijd om verhalen en avonturen uit te wisselen.

09/10
De volgende morgen was de belgische eigenaar Fréderique er ook. Hij vertelde urenlang over al z’n avonturen dat hij hier al meegemaakt had, en geloof me het zijn er al een pakje! 8 jaar geleden waren ze naar hier gekomen om vrijwilligerswerk te doen, 5 jaar geleden waren ze dan begonnen  met hun eigen hotel te bouwen op een heuvelflank en nu zijn ze al zo’n 2,5 jaar open. Maar door al zijn verhalen, zagen we dat het niet gemakkelijk geweest is, en nu nog altijd botst hij als hardwerkende Belg toch wel veel op de gemakzucht van de Boliviaan.
We proberen de stad in te gaan, maar dat lukt vandaag niet. Het centrum is afgesloten door blokkades. Op dit ogenblik zijn er heel wat blokkades in Bolivië meestal als protest tegen het beleid van Evo Morales, president sinds 2006, en als eerste rechtstreeks verkozen door het volk zelf. Maar gelukkig hadden we wat werk aan Bumper, dus hebben we de dag besteedt aan het oplappen van de porte-baggage, want door de zware pistes hier is deze op z’n zwakkere plaatsen het wat aan het begeven.

10/10
Tarija is hier bekend als de enige plaats in heel Bolivië waar ze aan wijnbouw doen. Zo zijn er een aantal wijnhuizen die nu al zo’n 20 jaar bezig zijn op basis van de franse kennis. Dus gaan we één van de meest bekende huizen: Campos de Solana bezoeken. Een beetje verder was ook hun distellerie waar ze de nationale drank Singani maken, een alcohol van 40°. Uiteindelijk worden de meeste druiven hiervoor gebruikt en is de wijnproductie veel lager. Ze heben hier zelfs amper genoeg productie om de nationale markt met Singani te bevoorraden, dus ze kunnen nog niet aan export denken.
Het stadje zelf is eigenlijk totaal niet typisch Boliviaans, ze hebben een jonge burgemeester, een economoom, die alles in het werk stelt om hier het toerisme te doen bloeien, en het lukt hem ook. Het is er erg proper, mooie gebouwen...en veel toeristen vinden al de weg naar deze stad. Later in de namiddag krijgen we nog een serieuze hagelbui, gelukkig was die van korte duur want de volgende dag moesten we weer de onverharde weg op over de bergen, en we willen dit liever niet door de modder doen. ’s Avonds nemen we bij een lekkere maaltijd uit de belgische keuken afscheid van onze gastheer.

11/10
Op naar onze volgende stop: Tupiza, dus dat betekend weer de piste op, gelukkig onder een stralende hemel. Helemaal boven kwamen we in een vallei terecht van Iscayachi met heel veel terassen, mooi groen door irrigatie. We rijden terug verder de heuvels over, en komen we op een stuk ‘altiplano’ terecht, zo’n 4000 meter hoog, met prachtige laguna’s. Daar, in the middle of nowhere,  worden we gestopt door 4 zwaar bewapende flikken. Blijkt drugsbrigade te zijn. Nadat ze al onze kasten overhoop gehaald hebben mogen we terug verder.... Terug een erg smal baantje op door ruwe berglandschappen,  gelukkig was er bijna geen verkeer. De vrachtwagens en autobussen rijden hier allemaal ’s nachts, dit omdat het kouder is voor de motor en ook om zo tijdens het rijden gemakkelijker tegenliggers te zien door de lichten. En inderdaad, dat merken we hier ook wel aan Bumper dat hij het toch wel warm krijgt. Hij heeft ook last van de hoogte en we moeten hem af en toe wat rust gunnen.
We blijven stijgen en dalen door adembenemende landschappen met bergen die alle kleuren hebben en waar als enige vegetatie wat cactussen groeien. We zijn hier nu aan het einde van het droogseizoen en we rijden dan ook langs een mooi klein stroompje, dat aan de riverbedding te zien toch een serieuze rivier is in het regenseizoen. Af en toe passeren we in de vallei wel een klein oasetje met wat groene bomen en gewassen.
Dan komt de laatste klim voor de dag... we blijvan maar stijgen, na iedere draai dachten we wel dat we boven waren, maar nee hoor, daar was er nog een haarspeldbocht naar boven, tot grote zucht van Bumper. Uiteindelijk bij zo’n 4000 meter bereiken we de top. Deze top is eigenlijk volledig plat, heel erg mooi met in de verte nog hogere bergen. We passeren enkele bergdorpjes en gaan langzaam naar beneden, het is een brede piste, dus geen probleem meer om elkaar voorbij te steken. Maar nu zijn er heel veel ribbels en putten, met als gevolg dat we zo een beetje door elkaar schudden. Boven ons begint het ook serieus te rammelen, en inderdaad, de porte-baggage of toch één poot ervan, is door de rand van de kabine getrild..... Gelukkig is het nog  maar 10 kilometer naar Tupiza. Daar aangekomen raken we verzeild in het centrum waar we serieus moeten manuoevreren, dus hebben we daar even het verkeer opgehouden...;-). Gelukkig is er een vriendelijke Bolviaan bij ons in gesprongen om de beste weg naar een ‘camping’ hotel te tonen. Daarna zijn we nog iets gaan eten naar het stadje, maar al vlug merken we dat de hoogte hier (2950 meter) en de zware rit toch wel hun tol eisen, dus vroeg bedje binnen.

12/10
We gaan het stadje in en nu pas zien we dat het omgeven is door prachtige ruwe bergen met ontzettend veel kleuren, echt een decor voor een western-film. We lopen wat rond in het stadje eerst en vooral om een ‘wegenkaart’ te kopen, want dit hebben we nog altijd niet gevonden, en hier vinden we dan wel één, maar alle kaarten spreken elkaar tegen maar soit we zullen het ermee moeten doen. Zowiezo kunnen we in deze omgeving maar kiezen tussen slechte piste en nog slechtere piste... dus ja....:-) Ondertussen nog wat inkopen gedaan, een winkel bestaat er hier niet echt, het is allemaal te doen in de ‘huiskamer’, met beperkte keuze natuurlijk, maar ja misschien zijn wij dan ook wel een beetje te veel verwend...

13/10
Vandaag is Hendrik samen met de eigenaar van de camping op zoek gegaan naar een staalprofiel. Na een tiental stops vinden ze uiteindelijk een maat die kan dienen om de dakrand van den Bumper te versterken. Alles gemonteerd en nu maar hopen dat het geen problemen meer oplevert met die porte-baggage. Indien we er nog eens last van hebben halen we ze er af en laten we ze achter!
Daarna nog naar het marktje in het stadje en ’s avonds gaan we eens kijken om een taxi of zo te regelen om de omgeving rond Tupiza te verkennen. En heel toevallig komen we twee Belgische reisleiders tegen die hier waren met een groep Belgen van Anders Reizen. We worden uitgenodigd om de volgende dag met hun mee een wandeling te doen. Ook ’s avonds gaan we samen met de groep iets eten. Heel erg gezellig!

14/10
We vertrekken samen met de groep Belgen om een wandeling te doen tussen al de Quebrada’s in de omgeving. (Quebrada= rivierbedding). Prachtige valleien met mooie rotsformaties. En leuke babbels gehad, zeker aangezien het eindelijk nog eens in het vlaams kon, na Portugees, Spaans, Engels, Frans en Jean-Marie Pfaff duits.... In de namiddag eerst nog eens naar Bumper geweest om het stof van ons af te wassen, want er is heel wat wind en het droge stof zit overal. Daarna gaan we terug naar het centrum en gaan we nog iets gaan eten met hen en nemen we afscheid want morgen trekken zij weer verder. Aan de hele groep: Merci!!! Het was erg tof om zo ontvangen te worden en we wensen jullie nog een leuke vakantie toe!

15/10
Aangezien Potosi de maandag en de dinsdag gesloten kan zijn door blokkades, blijven we nog een dagje in Tupiza en vertrekken dan morgenvroeg richting Potosi, hopende dat we tegen morgenavond de stad al binnen kunnen. Dus vandaag trekken we terug een beetje uit om wat te internetten, onze site eens up te daten en nog wat rond te lopen in het stadje en de omgeving.

16/10
Na een paar dagen rust voor ons en Bumper zijn we er weer klaar voor op een Boliviaanse piste op te gaan richting Potosi. Het zou een redelijk goeie dirtroad moeten zijn, maar dat zullen we wel zien. Eerst nog eens gaan tanken en daar worden we aangesproken door twee fransen die met een ‘camper’ onderweg zijn. Ze hebben net Bolivië achter de rug en gaan nu richting Argentinië. Nog een beetje goeie raad en dan vertrekken we. Volgens iedereeen is het gewoon rechtdoor, .. dus na  5 bochten en 3 kruispunten belanden we dan eindelijk op de piste richting Potosi ;-). Het is wel terug een mooie omgeving, maar de piste is niet echt ideaal. Nu niet omwille van diepe afgronden en smalle baantjes, maar meer omdat de weg volledig in ‘wasbord’ is, zo van die dwarsribbels waar je op twee manieren over kan rijden: heel snel of heel traag, om Bumper een beetje te sparen kiezen we de tweede methode en zo rijden  we tegen ongeveer 15 per uur. In de late namiddag krijgen we zelfs ook een beetje regen en in de richting van Potosi ziet het er erg donker uit. Maar eerst nog een goeie klim om daar te arriveren. Potosi ligt op zo’n 4100 meter, en is daarmee de hoogste stad ter wereld. Na een lastige klim belanden we dan net voor Potosi en aangezien iedereen ons al gewaarschuwd heeft dat de straatjes heel erg smal zijn, besluiten we ergens een staanplaats aan de rand te zoeken en zo belanden we bij een tankstation.

17/10
’s Morgens gaan we naar het centrum en regelen onmiddellijk een mijntoer voor de volgende dag. Potosi staat bekend om de mijnbouw.  Ze hadden hier een berg vol zilver, de Cerro Rico, die de Spanjaarden leeggeroofd hebben, en nu proberen de Bolvianen hier nog de laatste mineralen uit deze mijnen te halen. Aangezien er hier dus heel wat zilver was, werden hier dan ook de allereerste zilvermunten gemaakt en dit voor de hele wereld. Het kapitalisme is hier ontstaan en deze berg heeft de Spaanse kroon voor eeuwen ondersteund. Het museum Casa de la Moneda toont deze geschiedenis. Het ironische is dat terwijl vroeger alle munten hier gemaakt werden, vandaag de dag de Bolviaanse munten in Spanje worden gemaakt omdat het goedkoper is. In het museum ontmoeten we twee fietsende Nederlanders en gaan achteraf met hen nog iets drinken. Zij zijn van plan om in 5 maanden tijd Bolivië, Peru en Ecuador door te fietsen... Hoedje af zouden we zeggen... In de namiddag slenteren we nog een beetje door Potosi. Veel meer dan slenteren is het niet op deze hoogte... De voorbije nacht hebben we voor de eerste keer een flink stuk boven de 4000 meter geslapen en dat voelen we vandaag toch wel.

18/10
Deze morgen vertrekken we rond 9 uur eerst naar een marktje waar we een aantal ‘cadeau’s’ kunnen kopen voor de mijnwerkers. We kopen een aantal flessen frisdrank, coca-blaren want daar leven ze een hele dag van, en natuurlijk moest Hendrik toch ook wat dynamiet kopen... Toen gingen we de mijn binnen, het is erg indrukwekkend, de omstandigheden waar ze daar werken. Bij ons zouden ze nooit toelaten dat er daar toeristen in rond lopen: we gaan een goeie kilometer in de berg, door tunnels waar ze om de haverklap met van de karretjes voorbij komen, we moeten langs gammele houten ladders 20-30 meter naar beneden en boven in mijnschachten zonder enige beveiliging, boven ons zitten ze te boren en wij lopen daar onder terwijl er af en toe iets naar beneden valt. Om 12 uur beginnen de explosies en daar stonden wij zo’n 100 meter vanaf... We kunnen het dynamiet niet alleen horen, maar we voelen ook de trillingen en het stof komt ook onze richting uit. Ongelooflijk!!! Met het dynamiet dat Hendrik gekocht heeft, hebben we buiten nog een spoedcursus terrorisme gekregen. Een beetje mengen met ik weet niet wat om een grotere explosie te krijgen, de lont erin en vuurwerk... Blowing things up is fun! ;-) 

19/10
Eindelijk onze eerste asfaltbaan in Bolivië richting Sucre. Het is heel veel stijgen en dalen, maar weer in een heel andere omgeving. Af en toe komen we een verkeersbord tegen dat ons waarschuwt dat we in een geologisch onstabiel gebied rijden. Heel geruststellend... :-) We komen de fietsende Nederlanders tegen, en die hadden het, net als onzen Bumper, ook niet gemakkelijk. Zeker als iedereen zegt dat het ‘vanaf hier constant naar beneden is’ terwijl dit helemeaal niet zo is... Ook komen we terug de Duitsers tegen die we zo’n maand geleden in Brazilië hebben gezien. Dus weer een stopke en een klapke en dan terug on the road.  Tegen de namiddag komen we aan in Sucre, na onzen Bumper een plaatsje te hebben gegeven, gaan we naar een terrasje. We genieten van het prachtige uitzicht bovenop het stadje.

20/10
Vandaag gaan we op verkenning in Sucre. We bezoeken de vele kerken, een aantal groene pleinen en het nationaal museum. Sucre is de administratieve hoofdstad van Bolivië, het is een heel mooi wit stadje met veel mooie gebouwen en een aangename sfeer. We doen een goeie wandeling en komen ook weer een aantal bekenden tegen: de fietsende Nederlanders en Matt, een Australische fotograaf die we al in Tupiza en Potosi ontmoet hebben.

21/10
We verkennen de stad verder en eindigen terug op ons vertrouwd terrasje met uitzicht over de stad. ’s Avonds maken we alles klaar om de volgende dag om 5u te kunen vertrekken, want het wordt een stevige klim voor onzen Bumper en dat doen we beter als het nog fris is.

As soon as we’ve passed customs we noticed that we‘ve passed the boarder to Bolivia. The roads were in bad condition and it took us a while to get out of the town, not even one road sign. We’ve entered Bolivia in the ‘Highlands’, and that will probably be the only region that we will visit this time. So after 20 kilometres we could directly have a taste of the dirt roads going up into the mountains. Some off these roads were  very narrow, steep and a lot of “washboard”. Some others were luckily in slightly better conditions. But even that could not prevent Bumper from suffering. But the views along the road here in Bolivia are so amazing that it is worth it!
First we have visited the wine-region around Tarija, a nice well-maintained city. By coincidence we ended up spending the night on the parking lot of a Belgian-French owned hotel-restaurant. Great to taste some Belgian food in Bolivia! A little bit further and higher we’ve visited Tupiza, a city surrounded by dry colourful mountains, a perfect decor for a western movie. From here we went to the highest city in the world, Potosí (4100 meter), known for its mining. There we have visited a cooperative mine, seeing people working in these horrible conditions puts things in perspective… It is not so bad in our office after all… :-)))). And as we could buy dynamite on the local market over there, Hendrik was anxious to light some himself.

Then finally we got to our first paved road to Sucre, the administrative capital of Bolivia. A cosy white town with a nice atmosphere where we have relaxed for a couple of days.

line

Welcome | Expedition Truck | South America Trip | Special Thanks | Contact | HOME